Veel gestelde vragen (Spelregels)
Op deze pagina staan enkele veelgestelde vragen en antwoorden over de spelregels van Petanque.
Er ontstaat vaak veel discussies over bepaalde spelregels, zoals;
“De eerste werpronde van een partij wordt geacht te zijn begonnen zodra het but al dan niet geldig is uitgeworpen. De volgende werprondes worden geacht te zijn begonnen zodra de laatste boule van de vorige werpronde tot stilstand is gekomen.”
Minstens 50 cm van enig obstakel en van de verlieslijnen (uitlijnen). Let op: In het RPS staat daarbij aangegeven dat er géén minimale afstand geldt tot de lijnen aan de zijkant (de lange kant) van de baan. Dit laatste is alleen van toepassing als wordt gespeeld op afgebakende banen, dus wanneer het speelveld door middel van markeringslijnen is verdeeld in afzonderlijke banen. De afstand van het but tot een andere in gebruik zijnde cirkel of but moet minstens 1,5 meter zijn.
Het but moet zowel na het uitwerpen als na iedere verplaatsing worden gemarkeerd.
Buts zijn van hout of van kunststof. In het laatste geval dragen zij het handelsmerk van de fabrikant en heeft de FIPJP officieel erkend dat zij aan de overeengekomen specificaties van het fabricageproces voldoen.
Buts hebben een diameter van 30mm. Een afwijking van ten hoogste + of – 1mm is toegestaan. Hun gewicht moet ten minste 10 gram zijn en ten hoogste 18 gram.
Geverfde buts zijn toegestaan, maar noch deze, noch houten buts mogen met een magneet opgetild kunnen worden.
Het but is ongeldig in de volgende zeven gevallen:
1. Als het tijdens een werpronde verplaatst is naar verboden terrein, zelfs als het daarna weer op toegestaan terrein terugkomt (een but op de uitlijn is geldig; het is pas ongeldig als het recht van boven bezien de uitlijn geheel is gepasseerd); een plas water waarin het but vrij drijft is verboden terrein;
2. Als het verplaatst is, en vanuit de werpcirkel niet meer zichtbaar is zoals in artikel 7 is beschreven (als het but achter een boule verscholen is, is het enkel op grond daarvan niet ongeldig; de scheidsrechter mag een boule tijdelijk wegnemen om na te gaan of het but zichtbaar is;
3. Als het wordt verplaatst naar meer dan 20m van de werpcirkel (voor senioren en junioren), of naar meer dan 15m (voor jongeren), of
4. Als bij afgebakende terreinen het but een onmiddellijk naastgelegen terrein geheel heeft overschreden of de achterlijn passeert;
5. Als het verplaatst en zoek is en niet binnen vijf minuten wordt gevonden;
6. Als zich verboden terrein bevindt tussen de werpcirkel en het but; of
7. Als bij partijen ‘op tijd’ het but buiten het toegewezen terrein wordt verplaatst
Wanneer het but ongeldig wordt tijdens een werpronde is deze werpronde ten einde. De eventueel te behalen punten worden bepaald door het aantal niet gespeelde boules conform art. 14
Ja dat mag:
Artikel 7 Voorgeschreven afstanden bij het uitwerpen van het but
Een but is slechts geldig uitgeworpen als:
- De afstand van het but tot de binnenrand van de werpcirkel voor junioren en senioren ten minste 6m en ten hoogste 10m bedraagt; bij wedstrijden die zijn bedoeld voor de nog jongeren mogen kortere afstanden worden gehanteerd;
Het but is ongeldig uitgeworpen. Mag de tegenstander, voor het but wordt neergelegd, de afstand uitpassen?
In de laatste regel van artikel 7 staat dat de speler die het but gaat neerleggen na een mislukte uitworp dat onmiddellijk moet doen. Dat wil zeggen, dat er geen voorafgaand overleg met de equipe is toegestaan. Het zonder verder oponthoud neerleggen van het but na het uitpassen van de afstand wordt als onmiddellijk beschouwd. Eventueel mag de speler die het but uitwerpt zelfs de cirkel naar achteren verplaatsen als het but niet op alle toegestane afstanden kan worden uitgeworpen/neergelegd.
Deze regel is gebaseerd op speelterreinen met afgebakende banen. Dan heb je per baan twee ‘kopse’ kanten (de korte kanten) en twee ‘zijkanten’ (de lange kanten). In die situatie geldt in principe géén minimumafstand tot de lijnen aan de zijkant van de baan, ook niet als dat verlieslijnen zijn. Voor de kopse kanten geldt een afstand van 50 cm.
Het RPS regelt echter niet hoe dat zit als een speelveld niet is verdeeld in afgebakende banen; in dat geval De reglementscommissie heeft – in lijn met de richtlijnen voor scheidsrechters op Europees niveau – bepaald dat in die situatie, dus als gespeeld wordt op een speelveld zonder afgebakende banen (maar wel aan alle kanten omsloten door een verlieslijn) voor alle verlieslijnen de minimumafstand van 50 cm geldt bij het uitwerpen van het but
Nadat het but is uitgeworpen heeft een speler ten hoogste één minuut om zijn boule te werpen. Deze tijd gaat in zodra het but of de laatst geworpen boule tot stilstand is gekomen, dan wel nadat een noodzakelijke meting verricht is.
Deze regels zijn ook van toepassing op het uitwerpen van het but
De afstand van het but tot enig obstakel en tot de uitlijn aan de kopse kant ten minste 50 centimeter en de afstand tot een andere in gebruik zijnde cirkel of in gebruik zijnd but ten minste anderhalve meter bedraagt (let wel: er geldt geen minimale afstand tot de afbakeningslijnen tussen de banen of de uitlijnen aan de zijkant van de banen).
Let op: dit lid 3 gaat over terreinen met afgebakende banen. Wat voor terreinen zijn dat eigenlijk? Wel, dat zijn terreinen waarbij voor iedere afzonderlijke partij een eigen baan beschikbaar is. In de meeste gevallen hebben we het dan over een lange, rechthoekige bak, die is omgeven door verlieslijnen, waarbij de afzonderlijke banen door afbakeningslijnen worden gescheiden. Maar bijvoorbeeld niet over de NPC, waar drie afzonderlijke partijen in één vak worden gespeeld, zonder afbakeningslijnen ertussen.
Als een partij eenmaal is begonnen, mag niet meer van boules worden gewisseld. Iedereen speelt de partij uit met de boules waarmee hij is begonnen. Er zijn twee uitzonderingen hierop,
Artikel 11
Vervanging van but of boule Het but of een boule mag tijdens een partij slechts in de volgende gevallen worden vervangen:
als het but of een boule zoek is en niet binnen vijf minuten wordt gevonden; of
als het but of een boule in stukken breekt: in dat geval bepaalt het grootste stuk de ligging; als er in de werpronde nog boules gespeeld moeten worden, wordt het but of de boule — indien nodig na meting — onmiddellijk vervangen door een but of een boule van (ongeveer) dezelfde diameter; in de volgende werpronde mag de betreffende speler ook de hele set boules vervangen
Staat het antwoord op uw vraag er niet bij?
Neem dan contact met ons op!