Wanneer is het but geldig
Welke minimale afstand geldt tussen het uitgeworpen but én een uitlijn? En wat zijn verlieslijnen? Regelmatig vragen spelers zich af wanneer het but geldig is, bijvoorbeeld tijdens een NPC-wedstrijd. Scheidsrechter Boudewijn Waijers heeft hier als eens aandacht aan besteed en legt het hier uit.
Sinds de introductie van de nieuwe spelregels, begin dit jaar, bereiken me van verscheidene spelers en scheidsrechters vragen over enkele specifieke aanpassingen.
De meeste vragen hebben te maken met artikel 7, lid 3: Een but is alleen geldig uitgeworpen als: (…)
De afstand van het but tot enig obstakel en tot de uitlijn aan de kopse kant ten minste 50 centimeter en de afstand tot een andere in gebruik zijnde cirkel of in gebruik zijnd but ten minste anderhalve meter bedraagt (let wel: er geldt geen minimale afstand tot de afbakeningslijnen tussen de banen of de uitlijnen aan de zijkant van de banen).
Let op: dit lid 3 gaat over terreinen met afgebakende banen. Wat voor terreinen zijn dat eigenlijk? Wel dat zijn terreinen waarbij voor iedere afzonderlijke partij een eigen baan beschikbaar is. In de meeste gevallen hebben we het dan over een lange, rechthoekige bak, die is omgeven door verlieslijnen, waarbij de afzonderlijke banen door afbakeningslijnen worden gescheiden. Maar bijvoorbeeld niet over de NPC, waar drie afzonderlijke partijen in één vak worden gespeeld, zonder afbakeningslijnen ertussen.
Twee vragen over dit artikel komen steeds weer terug.
Wat is de 'Zijkant' van de baan
Afgebakende banen worden omsloten door lijnen: twee aan de ‘kopse’ kanten en twee aan de ‘zijkanten’. Dan geldt er een afstand van 50 centimeter tot de korte kopse kanten, maar géén afstand tot de lange zijkanten (zelfs niet als je speelt in de eerste of laatste baan van de bak, waar sprake is van een verlieslijn en niet van een afbakeningslijn).
En wat als het speelveld niet is verdeeld in afgebakende banen? Dan kun je in principe alle kanten op spelen, en zijn er geen kopse kanten of zijkanten. Er kunnen echter wel verlieslijnen zijn, zoals bijvoorbeeld bij de NPC het geval is. In dat geval heeft de reglementencommissie bepaald dat voor alle verlieslijnen de minimumafstand van 50 centimeter geldt bij het uitwerpen van het but.
WAT TE DOEN ALS ER OP MINDER DAN 50 CM VAN DE UITLIJN AAN DE ZIJKANT EEN BALK LIGT?
Dit is een situatie die in de praktijk veel voorkomt, met name in binnenaccommodaties. Daar ligt vaak een verlieslijn om de speelvelden heen, er is een smal strookje van minimaal 30 centimeter zodat boules uit kunnen rollen, en vervolgens is er een balk of betonnen rand of muur die we de afschotting noemen.
Deze afschotting geldt als een obstakel en dus moet de afstand tot het but volgens bovenstaand artikel 7 minstens 50 centimeter zijn. Tegelijk bepaalt het artikel dat er géén minimale afstand tot de uitlijnen aan de zijkant geldt. Als de afstand tussen de uitlijn en de afschotting dus minimaal is, blijft er een strook van 20 centimeter binnen de lijnen over waar beide regels gelden. En dat kan natuurlijk niet.
De reglementencommissie heeft over dit specifieke geval bepaald dat het but bij het uitwerpen aan alle regels moet voldoen: ook al geldt er geen minimumafstand tot de zijlijn, de minimumafstand van 50 centimeter tot de afschotting geldt nog altijd wél.
Is de uitlijn een opstakel